- Toon goed zeemanschap
Doe alles om
gevaarlijke situaties te voorkomen, ook als je voorrang
hebt.
- Zorg dat je uitrusting op orde is.
Kano, drijfvermogen,
kleding, veiligheidsmiddelen, eten en drinken enz.
- Check het weerbericht.
Houd rekening met
regen, wind, kou, zon.
- Zorg dat je gezien wordt
Draag opvallende
kleding,
Verlichting in het
donker
- Kijk regelmatig achterom, let op achteropkomend
scheepvaart verkeer.
- Houd stuurboord wal.
- Vaar een duidelijke koers en snelheid.
- Houd rekening met de dode hoek van binnenschepen
Soms ben je honderden
meters vóór een schip slecht zichtbaar.
Tip: Zie je de
stuurhut, dan kan de schipper jou ook zien.
- Stop op een veilige plek.
Zorg dat je aan de kant
ligt en stop niet in een bocht of vlakbij een brug.
- Laat schepen gemakkelijk passeren.
- Let op de bruglichten
Gaat de gele lamp boven
een bruggat uit volg dan de zijlichten.
- Vaar niet bij mist (<500 m zicht).
- Mijd het schroefwater van binnenschepen.
- Klein wijkt voor groot .
Kleine schepen wijken
voor grote schepen.
Recreatievaart wijkt
voor beroepsvaart.
Kleine motorboten
wijken voor zeil- en roeiboten.
-
- Draag een zwemvest
- Draag een wetsuit (long john)
- Neem warme drank mee
- Neem droge kleren mee
- Denk ook aan kleding voor op de pauzeplaats